Transport in België

Het eigenlijke transportnet binnen België bestaat uit een 3700 km lang netwerk van ondergrondse leidingen. Het vervoert het gas op een zeer discrete wijze door ons land, zonder visuele vervuiling.

Leveringspunten

Leveringspunten

Het Nederlandse aardgas (type Slochteren) wordt via drie leveringspunten ingevoerd:

  • Poppel (Turnhout)
  • Zandvliet (Antwerpen)
  • Assenede (Gent) 

Het Noorse aardgas komt langs Dilsen (Obbicht – Belgisch Limburg), ‘s Gravenvoeren en Zeebrugge ons land binnen. Aardgas vanuit Qatar wordt ook geleverd in Zeebrugge via gastankers.
 
Het Nederlandse en Noorse aardgas bestemd voor Frankrijk wordt tot in Blaregnies ten zuiden van Mons vervoerd.

Aardgastransportnet

Aardgastransportnet

Buiten de leidingen bestaat het aardgastransportnet uit compressiestations, gasdrukreduceerstations en meetstations.

Eigenlijk zijn er twee gasnetten, want we voeren in ons land twee “kwaliteiten” aardgas in. En deze moeten afzonderlijk vervoerd en verdeeld worden:

  • De streek van Antwerpen en Brussel evenals een deel van Limburg en Henegouwen wordt bevoorraad met Slochterengas (aardgas van het ‘type L’)
  • Oost- en West-Vlaanderen, het grootste deel van Henegouwen, het Naamse, het Luikse, een groot deel van Limburg en het Groothertogdom Luxemburg worden bevoorraad met rijk gas vanuit Qatar en Noorwegen (aardgas van het type ‘H’) 

Daarnaast zijn er de netten van de gasdistributie. Deze mogen niet verward worden met het aardgastransportnet. De distributieleidingen zijn bijna 50.000 km lang.

Transportleidingen

Transportleidingen

De vier voornaamste transportleidingen zijn:

  • De dubbele verbinding Poppel (Nederlandse grens) – Blaregnies (Franse grens). Vervoert het Nederlandse gas van het Slochteren-type. Twee leidingen met een diameter van 900 mm die gas vervoeren op een bedrijfsdruk van 67 bar.
  • De leiding ‘s Gravenvoeren (Nederlandse grens) – Blaregnies (Franse grens). Vervoert het Noors gas uit de Noordzee van het oosten naar het westen. De leiding heeft een diameter van 900 mm en de bedrijfsdruk bedraagt 67 bar.
  • De dubbele hoofdleiding Zeebrugge – Ville-sur-Haine – Blaregnies. Vervoert het overzeese gas dat in Zeebrugge wordt gelost van het noorden naar het zuiden, sinds de inwerkingstelling van de Terminal in december 1987. De leiding heeft een diameter van 900 mm en de bedrijfsdruk bedraagt 80 bar.
  • De leiding tussen Zeebrugge en Eynatten aan de Duitse grens. Vervoert Noors en Brits aardgas naar het oosten van het land en naar Duitsland. Werkt ook in “reverse flow” om het Verenigd Koninkrijk te bevoorraden.
Compressiestations

Compressiestations

Dankzij de hoge druk kan het aardgas tegen een groot debiet vervoerd worden. Omdat het gas tijdens het vervoer tegen de wanden van de gasleidingen “wrijft”, ontstaan drukverliezen. Die verliezen moeten gecompenseerd worden. Na een zekere afstand wordt het gas opnieuw samengedrukt.
 
Fluxys heeft daarvoor vier compressiestations:

  • De stations van Weelde en Winksele op de hoofdleiding Poppel – Blaregnies (Nederlands gas) met elk een vermogen van 50 000 kW
  • Het station van Berneau op de leiding ‘s Gravenvoeren – Blaregnies (voor het vervoer van rijk gas) met een vermogen van 20 800 kW
  • Het kleinere station Sinsin, met een vermogen van 3000 kW, op een hoofdleiding die het Groothertogdom Luxemburg bevoorraadt
Gasdrukreduceerstations

Gasdrukreduceerstations

Het transportleidingennet werkt op verschillende bedrijfsdrukken (80, 67, maar ook 15 bar). Opdat het gas van de hoge druknetten naar de middendruknetten zou kunnen overgaan, is het net uitgerust met een zeventigtal drukreduceerstations.

Meetstations

Meetstations

De verschillende leveringspunten die het Belgische net met de aangrenzende landen verbinden, zijn met meetstations uitgerust. Omdat er aanzienlijke gasvolumes langskomen, zijn ze erg belangrijk.

Leveringspunten

Leveringspunten

Het Nederlandse aardgas (type Slochteren) wordt via drie leveringspunten ingevoerd:

  • Poppel (Turnhout)
  • Zandvliet (Antwerpen)
  • Assenede (Gent) 

Het Noorse aardgas komt langs Dilsen (Obbicht – Belgisch Limburg), ‘s Gravenvoeren en Zeebrugge ons land binnen. Aardgas vanuit Qatar wordt ook geleverd in Zeebrugge via gastankers.
 
Het Nederlandse en Noorse aardgas bestemd voor Frankrijk wordt tot in Blaregnies ten zuiden van Mons vervoerd.

Aardgastransportnet

Aardgastransportnet

Buiten de leidingen bestaat het aardgastransportnet uit compressiestations, gasdrukreduceerstations en meetstations.

Eigenlijk zijn er twee gasnetten, want we voeren in ons land twee “kwaliteiten” aardgas in. En deze moeten afzonderlijk vervoerd en verdeeld worden:

  • De streek van Antwerpen en Brussel evenals een deel van Limburg en Henegouwen wordt bevoorraad met Slochterengas (aardgas van het ‘type L’)
  • Oost- en West-Vlaanderen, het grootste deel van Henegouwen, het Naamse, het Luikse, een groot deel van Limburg en het Groothertogdom Luxemburg worden bevoorraad met rijk gas vanuit Qatar en Noorwegen (aardgas van het type ‘H’) 

Daarnaast zijn er de netten van de gasdistributie. Deze mogen niet verward worden met het aardgastransportnet. De distributieleidingen zijn bijna 50.000 km lang.

Transportleidingen

Transportleidingen

De vier voornaamste transportleidingen zijn:

  • De dubbele verbinding Poppel (Nederlandse grens) – Blaregnies (Franse grens). Vervoert het Nederlandse gas van het Slochteren-type. Twee leidingen met een diameter van 900 mm die gas vervoeren op een bedrijfsdruk van 67 bar.
  • De leiding ‘s Gravenvoeren (Nederlandse grens) – Blaregnies (Franse grens). Vervoert het Noors gas uit de Noordzee van het oosten naar het westen. De leiding heeft een diameter van 900 mm en de bedrijfsdruk bedraagt 67 bar.
  • De dubbele hoofdleiding Zeebrugge – Ville-sur-Haine – Blaregnies. Vervoert het overzeese gas dat in Zeebrugge wordt gelost van het noorden naar het zuiden, sinds de inwerkingstelling van de Terminal in december 1987. De leiding heeft een diameter van 900 mm en de bedrijfsdruk bedraagt 80 bar.
  • De leiding tussen Zeebrugge en Eynatten aan de Duitse grens. Vervoert Noors en Brits aardgas naar het oosten van het land en naar Duitsland. Werkt ook in “reverse flow” om het Verenigd Koninkrijk te bevoorraden.
Compressiestations

Compressiestations

Dankzij de hoge druk kan het aardgas tegen een groot debiet vervoerd worden. Omdat het gas tijdens het vervoer tegen de wanden van de gasleidingen “wrijft”, ontstaan drukverliezen. Die verliezen moeten gecompenseerd worden. Na een zekere afstand wordt het gas opnieuw samengedrukt.
 
Fluxys heeft daarvoor vier compressiestations:

  • De stations van Weelde en Winksele op de hoofdleiding Poppel – Blaregnies (Nederlands gas) met elk een vermogen van 50 000 kW
  • Het station van Berneau op de leiding ‘s Gravenvoeren – Blaregnies (voor het vervoer van rijk gas) met een vermogen van 20 800 kW
  • Het kleinere station Sinsin, met een vermogen van 3000 kW, op een hoofdleiding die het Groothertogdom Luxemburg bevoorraadt
Gasdrukreduceerstations

Gasdrukreduceerstations

Het transportleidingennet werkt op verschillende bedrijfsdrukken (80, 67, maar ook 15 bar). Opdat het gas van de hoge druknetten naar de middendruknetten zou kunnen overgaan, is het net uitgerust met een zeventigtal drukreduceerstations.

Meetstations

Meetstations

De verschillende leveringspunten die het Belgische net met de aangrenzende landen verbinden, zijn met meetstations uitgerust. Omdat er aanzienlijke gasvolumes langskomen, zijn ze erg belangrijk.